Cantuccini zijn typische koekjes uit de regio Toscane, waar ze traditioneel geserveerd worden met een glaasje vin santo, een Toscaanse dessertwijn. Het zijn redelijk harde koekjes en daarom worden ze meestal in de likeur gedoopt. Ze zijn ook lekker als vieruurtje met een kopje koffie of thee.
Zoals je kan merken, gebruik ik geen zelfrijzende bloem gebruik voor mijn koekjes of gebak. De reden hiervoor is heel simpel: in Italië wordt dat helemaal niet gebruikt! Ik gebruik "doppio zero" bloem (patisseriebloem) en voeg er bakpoeder aan toe, maar jullie kunnen natuurlijk wel gewoon zelfrijzende bloem gebruiken.
Voor ongeveer 25 koekjes
80 gr suiker
110 gr patisseriebloem, plus een beetje extra voor je werkblad
3 gr bakpoeder
50 gr gepelde amandelen
1 ei
een snuifje zout
Meng in een grote kom de bloem met de suiker, het bakpoeder, de amandelen en een snuifje zout. Klop de eieren los met een vork en doe ze bij de andere ingrediënten. Kneed op een met bloem bestoven werkblad tot een stevig deeg. Maak je niet ongerust als het een beetje kleverig blijft, dat is normaal.
Verdeel het deeg nu in 2 gelijke delen. Maak van elk stuk een rol van ongeveer 26 cm. Bekleed de bakplaat met bakpapier en leg er de rollen deeg op. Laat een beetje afstand tussen de rollen want tijdens het bakken worden ze breder. Bak gedurende 25 minuten in een voorverwarmde open op 180° C.
Haal uit de oven en snijd met een goed scherp mes in diagonale schijfjes van ongeveer anderhalve cm breed. Leg de koekjes terug op de bakplaat en laat nog 5 minuten bakken. Doe de oven uit en wacht enkele minuten vooraleer je de cantuccini uit de oven haalt. Laat afkoelen op een rooster.
Als je de cantuccini in een luchtdichte doos bewaart, blijven ze zeker een dag of 10 lekker!
Comments